Vrijdag 30 augustus

Vannacht ondanks de hitte en dankzij de airco redelijk geslapen. Vanmorgen hadden we geen zin in een warm ontbijt, dus we hebben lekker zelf onze boterhammen gesmeerd en op de kamer opgegeten. Daarna alle spullen weer ingepakt en in de auto gelegd. Het was nog vroeg, maar al aardig op temperatuur buiten. Natuurlijk eerst uitgecheckt en daarna vertrokken naar Death Valley. Voordat we het park echt ingingen, moesten we eerst over een soort pas. Je zag het landschap langzaam veranderen. De bergen werden steeds kaler en zagen er onheilspellend uit. Op een gegeven moment was bijna alle vegetatie verdwenen. Nadat we over de pas gingen, reden we een soort dal in, hier werd het al wat warmer. De eerste stop die we maakten was bij Zabriskie point. Het was rond 11 uur en we bleven zo ongeveer met onze voetzolen aan het asfalt vastkleven. Voordat we bij het uitzichtpunt waren, moesten we nog een stukje omhoog lopen. Dat viel niet mee in deze hitte. Het uitzicht was wel fantastisch moet ik eerlijk toegeven. Wat een verscheidenheid in kleuren in de kale rotsen. En wat kan een landschap er onvriendelijk uitzien om in te leven. Toen we boven waren, werden er een aantal tourbussen leeggelaten, het werd dus ineens heel druk. Een goede reden om weer terug te gaan naar de auto. De andere goede reden was dat de zon zo hard op onze huid aan het branden was, dat het erg onprettig aanvoelde. Ondanks de factor 50 die op mijn huid was gesmeerd. Het was inmiddels boven de 100 graden Fahrenheit, zo’n 40 graden zeg maar. Er was ons eerder al aangeraden om tussen de middag ergens binnen met airco te gaan zitten. Zo gezegd, zo gedaan. Als eerste hebben we een slaapplek geregeld in Furnace Creek. Dit is een soort oase in het midden van Death Valley met een hotel, supermarkt, restaurant, zwembad en zelfs een golfbaan. Dit alles op een aantal meter onder zeeniveau en in de zomer temperaturen ver boven de 40 graden Celcius. Er was nog een mooie cabin voor ons beschikbaar. We zijn eerst een hapje gaan eten en hebben daarna onze toevlucht gezocht in de koele cabin. Edo heeft nog heel even geslapen en rond een uur of 4 hebben we ons weer buiten gewaagd.

Onze auto is zwart en heeft zwart lederen bekleding en had de hele middag in de zon gestaan bij meer dan 40 graden Celcius. Dit zou dus geen pretje worden om ook maar iets van de auto aan te raken. We hebbben handdoeken uit de kamer op de stoelen gelegd, het stuur afgenomen met een nat doekje en de airco vol aangezet. De korte broek en het t-shirt was inmiddels omgeruild voor een lange broek en lange mouwen. Dat beschermt een stuk beter tegen de zon en met deze temperaturen maakt het niet uit wat je aanhebt, je zweet je toch binnen de kortste keren ongans. Onze eerste stop was bij het bezoekerscentrum om informatie in te winnen over de wegen in het park. Het is een erg dynamisch landschap en in deze tijd van jaar zijn er vaak plotselinge flash floods, wat betekent dat de weg in eens onder een laag water staat, er debris op is gekomen of dat het is weggeslagen. Dit was ook nu het geval, maar gelukkig niet op het punt waar wij naar toe wilden gaan. Via een verharde weg zijn we naar Badwater (slecht water) gereden. Dit ligt in een vallei en is het laagste punt van Amerika, zo’n 82 meter onder zeeniveau. Dat is zelfs voor onze begrippen laag. Wat nog verbazingwekkender is, is dat 30 kilometer vanaf dit laagste punt, een piek van meer dan 3000 meter is. Onvoorstelbaar hoe dit heeft kunnen ontstaan. Het was erg warm bij Badwater en hier is de hoogste temperatuur ooit gemeten, 134 graden Fahrenheit, volgens mij rond de 56 graden Celcius. Dat was het vandaag gelukkig niet, maar het was wel zo warm dat het je de adem benam. We hebben hier een heel klein stukje gelopen en een aantal foto’s genomen. Eenmaal in de auto bleek onze thermometer 50 graden Celcius aan te geven. Hoe bizar is dat!

Na deze stop hebben we een rondrit door Artist’s palette gemaakt. We werden getrakteerd op een breed scala aan kleuren en zelfs nog een regenboog. Omdat de zon al wat lager stond, waren de kleuren fantastisch. Er groeit hier bijzonder weinig en de kleuren die je ziet, komen uit de bergen. Hier werd en wordt borax gewonnen. We hebben het rustig aangedaan en zijn af en toe gestopt om foto’s te maken. Bij deze momenten zijn we altijd dicht bij de auto gebleven en hielden we de airco vaak aan. Gelukkig hebben we een goede auto, die dit soort extreme omstandigheden goed trekt. Onze apparatuur heeft er iets meer onder de lijden. De camera van Edo begon ineens wat kuren te vertonen. Hopelijk gaat dit over in wat koelere omstandigheden. Met zonsondergan hadden we een mooi plekje gevonden en zagen we de kleuren langzaam uit de bergen en in de wolken trekken. Hoogste tijd om terug te gaan naar de kamer. In de schemer zijn we teruggereden en we waren blij dat we weeer in onze koele kamer terug waren. Eerst nog een hapje gegeten en daarna even gedoucht om het zweet af te spoelen. Het water wat hier uit de koude kraan komt is trouwens erg warm, dus het werd niet echt een verkoelende douche. Met de airco aan gaan we nu hopelijk lekker slapen. Het is buiten nog zo’n 37 graden, maar binnen gelukkig aangenaam koel.

Liefs Edo-Jan en Leonie

31 augustus 2013

Wat was dat heerlijk om in deze bloedhitte met de airco aan te kunnen slapen. We hebben redelijk goed geslapen vannacht.

Nu werd het tijd om weer verder te gaan. Vandaag gaan we Death Valley weer verlaten. In eerste instantie hadden we nog het idee om zonsopkomst te gaan bekijken bij Zabriski point, ongeveer een kwartiertje rijden van de lodge, maar het is hier zo warm dat we daaar toch maar van af hebben gezien. Toen we wakker werden om ongeveer half 8 was het buiten nog steeds circa 38 graden. Eer we dan bij Zabriski point zijn zal het alweer tegen, of over, de 40 graden zijn en dan moet de dag dus nog beginnen. Daar hebben we maar van af gezien. Jammer maar we moesten nu even voor onze gezondheid kiezen.

In plaats daarvan hebben we het vanmorgen in onze cabin rustig aan gedaan. De airco stond aan en we hebben langzaamaan onze spullen gepakt. Het ontbijt hebben we ook in de cabin genuttigd. We hadden geen zin om naar het restaurant te lopen. En… Het ontbijt dat we zelf maken is ook een stuk gezonder. Uiteindelijk hebben we dan toch al onze spullen in de auto gelegd en zijn naar de receptie gereden. Leonie ging ons uitchecken en ik kon nog wat foto’s maken. Gisteren had ik een paar vreemde loopvogels gezien in en rond de receptie en ik wilde kijken of ik ze nog eens kon zien. Gelukkig was dat zo! Er liepen een stuk of vijf rond op een soort van grasveldje. Heel grappig. Ze hapten naar adem en renden een beetje heen en weer. Ik heb er een paar foto’s van kunnen nemen. Achteraf bleken dit de wereldberoemde roadrunners te zijn! Die kende ik natuurlijk alleen van de tekenfilmpjes 😉 Ohja: ze zijn niet blauw maar heel dinker van kleur!

Ik wilde nog veel meer foto’s maken toen ik ineens een prik voelde in mijn onderarm. TOen ik keek zat er een hele dikke grote zwarte insect op mijn arm en die had net met z’n kaken een stuk uit mijn huid gehapt en wilde er van gaan drinken. Dat voelde een beetje onprettig… Ik heb hem meteen weggejaagd en ben in de auto gaan zitten. Daar smeerde Leonie meteen een zalfje op de plek. Je weet nooit precies wat het is in de woestijn natuurlijk. Gelukkig bleek het verder niet ernstig al bleef ik de plek nog wel een tijdje voelen.

Met de auto ingepakt zijn we naar het westen gereden. Richting de Sierra Nevada. Maar eerst nog een heel stuk door Death Valley heen. Het landschap was aan lust voor het oog. De bergen hadden zulke mooie vormen en kleuren. Af en toe onwerkelijk, surreel. En dan stopten we af en toe om een foto te maken. Soms bij een bergrug, soms bij zandduinen. Dan deden we de auto open en kregen keer op keer een klap in de nek. Binnen in de airco van de auto was het lekker, buiten was het steevast 45+ graden. Het is duidelijk: hier is de mens gewoon niet welkom. Hier heeft de mens toch absoluut niks te zoeken.

Na een flink eind door Death Valley heen gereden te hebben kwamen we dan toch aan de rand van dit gebied. Nog net in het park hebben we gelunched in een prachtig mooi houten restaurantje. Leonie een salade en ik kip met patat. Prima eten hoor maar we waren stiekum toch ook wel blij dat we weer onderweg konden naar een ander oort.

Na de lunch zijn we de auto weer ingesprongen en zijn verder naar het westen gereden.

De thermometer in de auto gaf stapje voor stapje een lagere temperatuur aan maar echt afkoelen deed het niet. Het kwik bleef rond de 38 graden hangen.

Het was wel een hele mooie rit en bij zonsondergang kwamen we aan in een stadje dat ‘Lake Isabella’ heet. Dat ligt, hoe kan ook het ook anders, naast een meer waar tal van watersprotactiviteiten gedaan werd. Vandaag was de eennalaatste dag van de grote vakantie van Amerika. Morgen eindigt hij met ‘Labour Day’ en veel Amerikanen nemen het er nog even van. Los Angeles ligt hier niet heel ver vandaan namelijk. In dit stadje was niet bijster veel te doen. Er waren ook niet veel hotels ed. Dat verbaasde ons wel maar toen we op de navigatie keken en de Lonely Planet er op na sloegen bleek dat we er nog een stukje noorderlijker een ander plaatsje was. Dat Wofford Heights heette. En daar waren wel veel hotelletjes, restaurantjes en bars. We hebben daar een mooi hotelletje uitgezocht. Deze had nog één kamer over. Die hebben we dus meteen maar genomen. Nadat we alle spullen in de kamer hadden gelegd zijn we met de auto in het donker over een kronkelweg naar een restaurantje gereden. Dit keer kozen we voor Mexicaans. Mexicaans eten (en cultuur) is hier nauw verbonden met de Amerikaanse. En dat merk je overal. Vooral ik heb heerlijk gegeten van het eten. Leonie wat minder omdat er wel heel erg veel bruine bonen gebruikt werden in het gerecht. Na het eten maar weer snel naar de kamer want door alle warmte, de activiteiten en het verschil in temperatuur door de airco put je toch wel snel uit. Lekker slapen dan maar!

tot morgen,

liefs, Leonie en Edo-Jan

1 september 2013

En toen was het alweer september!

Man wat gaat de tijd toch snel hier :-/

Vanmorgen hebben we weer eens lekker op de kamer ontbeten. We zagen al dat het buiten alweer flink aan de temperatuur was. Vandaag zou zo’n typische tussen-vakantie-dag worden. Eerst begonnen we met het terug rijden naar Lake Isabella. Hier moesten we kijken of we nieuwe schoenen voor mij konden kopen. Ik had in Nederland een paar superlicht Palladium schoenen gekocht maar na anderhalve week te hebben gedragen vielen ze een beetje uit elkaar. En aangezien ik nog wel wat leuke dingen wilde ondernemen hier in California zijn we op zoek gegaan naar een plek waar ze bergschoenen verkochten. En gelukkig was er een winkel in de buurt. Voor een prikkie heb ik een paar prachtige schoenen gekocht. Ze pasen meteen. En heel veel keuze hadden ze niet dus we waren snel klaar. Hiernaast was meteen een mooi supermarktje waar we nodige boodschappen hebben kunnen doen en daarna zijn we naar een benzienpomp gereden en hebben de tank volgegooid en gingen we weer op pad. Vandaag moesten we een flink eind rijden. Helemaal naar Sequoia National Park. Daar waar die enorme mamoet bomen staan. Om hier te komen konden we de snelweg nemen of een weg dwars door de bergen. Logischerwijs kozen we voor de laatste optie.

De weg was een grote achtbaan. Zoveel harspeldbochten bij elkaar heb ik nog niet zoveel gezien. Maar de omgeving was prachtig. Heel erg droog, dat dan weer wel. Maar de gele en oranje kleuren van het landschap leek bijna licht te geven. Op een gegeven moment hebben we even gestopt. Een mooie plek middenin de bergen. We zagen een red-tailed hawk vliegen. Wat een mooi gezicht is dat toch altijd… Na deze korte stop zijn we weer verder gereden. Een stukje verder zagen we nog een paar coyotes rondlopen. Dat pastte natuurlijk helemaal bij de roadrunners die we eerder hadden gezien!

Aan de andere kant van de berg stopte de natuurlijke begroeïng en maakte plaats voor allemaal plantages. Hier worden de citrusvruchten en druiven van California verbouwd. Eerst waren het sinaasappelbomen, daarna zagen we mandarijnen, limoenen, druiven, olijven en noem maar op. Kilometers lang. Voor ons een bizar gezicht. Als je net uit de bergen komt er je rijdt zo deze omgeving in…

Toch vonden we het een mooie en bijzondere omgeving. Maaar hoe langer we reden, hoe dichter we bij onze eindbestemming kwamen.

Ruim in de middag kwamen we aan in Sequoia National Park. Ons eerste idee was om een lodge middenin het park te zoeken alleen moesten we daarvoor nog minstens anderhalf uur rijden. Dat ging ons niet lukken voor de zonsondergang dus we besloten om net voor de ingang van het park wat te zoeken. Ook omdat vandaag de laatste vakantiedag van de Amerikanen is kon het wel eens druk zijn. We reden naar het eerste beste hotelletje in de buurt en… die was volgeboekt. Gelukkig was de eigenaar zo vriendelijk om rond te bellen om te kijken of er nog ergens anders een vrije kamer was. Gelukkig voor ons bleek dat in de Comfort Inn, zo’n 8 mijl (12 kilometer) terug rijden nog twee kamers waren. Daar zijn we meteen naar toe gereden en hebben direct daar ingechecked. Ik was een beetje geradbraakt van deze en de vorige dagen dus ik ben op het bed geploft. Leonie heeft in etappes de was gedaan in het hotel.

Toen de was zo ongeveer droog was zijn we de auto ingestapt en zijn we weer terug gereden naar het hotelletje bij de ingang van het park. Ze zeiden dat die het lekkerste eten in de regio serveerde en dat wilde we wel eens proeven. Ze hadden niet gelogen. Het was heerlijk! Leonie deze avond Red Snapper en ik gegrilde zalm (voor het eerst deze vakantie!!) In het donker reden we weer terug naar het hotel. Dat was weer een lange dag. Tijd om de ogen te sluiten.

Tot morgen!

liefs, Leonie en Edo-Jan

n

n

Gefeliciteerd, je hebt het einde van de pagina bereikt!

Heb je vragen of opmerkingen of wil je wat overleggen?

Help-Desk