Dinsdag 27 augustus

Hoi allemaal,

Vanmorgen werden we wakker in Parry’s Lodge in Kanab. We hebben direct al onze spullen maar ingepakt zodat we meteen konden ontbijten en uitchecken. Heel best had ik niet geslapen waardoor ik bij het restaurant het bordje ‘wait to be seated’ compleet miste, de serveerster en een gast die wel netjes wachtte compleet negeerd en het restaurant inliep. Kijk, dat is nou niet zo netjes in Amerika… Heb maar sorry gezegd en toen kregen we een mooi plekkie in het restaurant. Daar hebben we wel een heel erg lekker warm ontbijt gehad. En toen werd het weer tijd om een flink eind te gaan rijden. Zion National Park was de eindbestemming vandaag.

Het eerste stuk was bekend terrein, die hadden we ook gereden toen we naar the North Rim reden, maar op een gegeven moment sloegen we een nieuwe weg in en werd het

interessanter. Op een gegeven moment konden we de bergen van Zion in de verte al zien liggen. We wisten waar we naar toe gingen rijden. Hoe dichter we in de buurt kwamen, hoe mooier het landschap. Vlak voordat we Zion inreden begonnen onze herinneringen alweer levendif te worden. Ook hier waren we in 2004 geweest. Maar we konden ons niet alles meer voor de geest halen. Met name het stuk tussen de officiële ingang van het park en het begin van dé tunnel was bij mij niet meer parraat. En zo werd dat dus weer een compleet nieuwe ervaring. Het was een prachtige rit tussen allemaal mooie rotsformaties door. Het slingerde dat het een lieve lust was. En waren we net links gestopt om wat foto’s te maken, dan dook rechts direct een ander fotomoment aan. Ik weet niet hoe lang we hier over hadden gedaan maar flink wat langer dan in elk willekeurig reisboek staat.

Na deze aanloop kwamen we aan bij dé tunnel. Deze kende ik nog heel goed van de vorige vakantie. Het is een tunnel van zo’n anderhalve kilometer (1,1 mijl) Niet de langste ter wereld natuurlijk maar het is wel een heel bijzondere. Je rijdt vanuit de woestijn, met alle zand en stenen, in en na die anderhalve kilometer kom je ineens uit in een groene valei. Een rivier slingert van de ene naar de andere kant van Zion. En daar verheugden we ons op! Nadat we Zion in reden zijn we eigenlijk direct gestopt om even goed van de omgeving te genieten en wat foto’s te maken. Hierna reden we door. Langzaam maar zeker reden we door dit deel van Zion naar het

bezoekerscentrum. Daar stopten we om te kijken of er in Zion zelf ook nog slaapruimte beschikbaar was. Buiten het park kon je ook gewoon slapen, maar in het park is het meestal veel mooier, minder commercieel etc. Gelukkig hadden we ook dit keer geluk. Op de dagen dat wij in Zion waren, hadden ze nog een cabin. Prima en geregeld!

Vanuit het vsitorcentrum reden we verder Zion National Park in. Dit deel is, behalve voor gasten die in de lodge slapen en medewerkers, niet toegankelijk voor auto’s. In plaats daarvan rijdt er een flinke armada met shuttle-busjes door het park. Daar mag je gratis gebruik van maken. Maar wij waren gasten van de lodge dus mochten wij, met een rode voucher als bewijs, met de auto doorrijden naar de lodge.

Aangekomen in de lodge kregen we onze cabin aangewezen. Die stond op een briljante plek. Met vrij uitzicht over de bergwanden van Zion en vlakbij de hoofdgebouwen van de lodge en de parkeerplaats. Mooier kon niet! We reserveerden meteen ook een plek in het restaurant. Zonder reservering was het namelijk nog maar de vraag of je überhaupt gezond kon eten. Anders werd het een hamburger met patat en daar hebben we nooit echt veel zin in.

Nadat alles geregeld was zijn we naar onze cabin gereden en hebben eerst maar eens heerlijk op de veranda van de cabin gelunched. Zoals we dat elke dag proberen te doen alleen was het nu iets later dan normaal. En daarna, daarna hebben we he-le-maal niks gedaan. Ohja, we hebben nog geregeld dat we de volgende dag een paardrijtocht zouden gaan doen maar dat was ook alles.

We hadden al vroeg in het restaurant afgesproken. Om 9 uur was er een presentatie van een ranger in het aditorium van de lodge en dat wilden we wel eens meemaken. We zijn dus al vroeg naar het diner gelopen. Vlakbij de lodge zagen we verschillende herten rondlopen. Mannetjes, vroustjes en jonkies. Heel relaxed maar altijd op hun hoede. Gewend aan de mensen maar nog steeds wild. Ze worden absoluut niet gevoed. Wildlife voeren is hier gewoon een misdrijf! Heel veel trek hadden we niet, we hadden zoals gezegd nogal laat geluncht en eten in Amerika gaat ook snel. Dus alles bij elkaar waren we om 8 uur alweer klaar met eten. Was wel heel lekker overigens! De tijd

die we nog moesten overbruggen hebben we grotendeels doorgebracht in de giftshop. Die moest namelijk ook ng geplunderd worden. En dat kunnen we heel erg goed 😉 Om

negen uur stipt was de ranger aan het woord in het auditorium. Ze ging een presentatie van ca. 45 minuten, over kleine organismen. ‘Zoom in on Zion’ heette de presenatie. Ze deed het erg leuk, had een interessant verhaal maar wat ik het leukste vond is dat ze dat gewoon organiseren. Elke dag een aantal keren. Steeds een ander onderwerp. De ene speciaal voor kinderen, de andere keer voor volwassenen.

Toen de ranger klaar was en Leonie nog wat vragen kon stellen, zijn we weer teruggelopen naar de cabin. Halverwege zag ik ineens wat groots op de stoep lopen. Bleek het een grote zwarte harige tarantula te zijn! Ik heb maar even gewacht totdat hij was overgestoken voordat ik verder liep. Leonie volgde op ruime afstand in een grote omtrekkende beweging 😉 Maar we hebben het zonder kleerscheuren gered en kwamen heelhuids weer terug in de cabin. Dat was het wel weer voor vandaag. Morgen maar weer een op de rug van een paard/muilezel zitten maar voor nu: Welterusten!

Liefs,

Leonie en Edo-Jan

woensdag 28 augustus

Vanmorgen waren we weer op tijd op. We hebben heerlijk op onze veranda ontbeten. Daarna hebben we ons weer in onze paardrijbroek gehezen en zijn we naar de ‘corral’, die aan de overkant van de weg was, gelopen. Hier stonden de paarden en een aantal andere toeristen (en natuurlijk de ‘wranglers’) al op ons te wachten. Deze keer gingen we allebei op een paard. Edo op Roper (voor ingewijden, een soort Roger) en ik mocht op Miss Kitty. Zij was vernoemd naar een personage uit de film Gunsmoke. Die film is opgenomen in Kanab, waar we gisteren hebben overnacht. In het begin moesten we direct door de rivier waar een foto van ons werd gemaakt. Daarna wachtte ons een prachtige rit door Zion. Miss Kitty reed fantastisch en het bleek een slimme meid te zijn. Het eerste deel was door een soort bos, waar af en toe een hertje lag. Omdat het nog vroeg was, was het nog redelijk koel en reden we door de schaduw. In totaal waren we met 10 toeristen en 2 begeleiders. Dion was een van de begeleiders. Hij was een wat oudere man die heel rustig was en veel vertrouwen uitstraalde. Hij reed voorop, gevolgd door twee andere toeristen, waarna Edo en ik volgden. De andere begeleider was een jonge dame die bijna achteraan reed. Het eerste deel was vrij vlak, maar na een tijdje begonnen we een beetje te stijgen. Deze keer liepen we deels door het mulle zand en deels over een soort rotsplaten. De paarden ging heel behoudend te werk. We werden getrakteerd op mooie vergezichten in de vallei en we liepen vlak langs de huizenhoge, ehm flatgebouwhoge rotsmuren. Halverwege de rit mochten we er even af om de benen te strekken en om wat te drinken. Beiden waren nodig. De zon had inmiddels z’n weg gevonden in de vallei en je kon voelen dat het flink warm aan het worden was. Na deze korte stop, gingen we deels via een andere weg weer terug. Deze keer gingen we over de open vlakte. Wat waren we blij dat we op de rug van een paard zaten en niet zelf hoefden te lopen. Zoals Dion heel treffend zei: My worst ride is always better than my best hike. Na een heerlijke rit van bijna drie uur kwamen we weer terug bij het startpunt. Daar hebben we Dion, Roper en Miss Kitty gedag gezegd en zijn we teurggelopen naar onze kamer.

Het was inmiddels tegen twaalf uur, dus de hoogste tijd voor de lunch. Ook deze hebben we in alle rust op onze (mini)veranda genuttigd. Het begon in de vallei aardig warm te worden. Iets te warm om op deze plaats iets actiefs te gaan doen. Daarom zijn we in de auto gestapt om een ander deel van Zion te verkennen. Deze weg ligt iets ten westen van de hoofdingang van het park en negen jaar geleden was deze afgesloten omdat het winter was. In tegenstelling tot de rest van het park was het op deze weg heerlijk rustig. Bovendien zagen we de temperatuur langzaam dalen, een prettige bijkomstigheid. Het bleek een mooie weg te zijn met prachtige vergezichten. Op een gegeven moment konden we de Zion Canyon in de verte zien liggen. Dat was een heel bijzonder gezicht. De bergen om ons heen werden heel mooi belicht. Met een paar stops zijn we rustig doorgereden naar het einde van de weg, waar we bij een klein dorpje aankwamen, gevolgde door het Kolob reservoir. Hier zijn we even gestopt, waarna we langzaamaan weer terug zijn gereden. Op de terugweg was het licht op de bergen en Zion nog mooier. Vlak voordat we weer bij de hoofdingang van het park waren, hebben we nog een paar boodschappen gedaan in het stadje Springdale.

De zon was langzaam aan het onder gaan en de bergen om ons heen stonden in vuur en vlam. Met het verdwijnen van het daglicht reden we het park weer in, richting de lodge. Hier waren we inmiddels heel veel herten op en naast de weg te zien. We zijn direct doorgelopen naar het restaurant voor het avondeten. In de nationale parken doen ze erg hun best om je een verantwoorde maaltijd voor te zetten, dat is erg prettig. Na het eten was het weer tijd voor de presentatie van de ranger. Het was deze keer een andere ranger dan gisteren. Deze jongen had al in verschillende parken gewerkt en probeerde op deze manier hoger in rang te komen. Hij vertelde over hoe Zion was ontdekt en hoe de eerste westerlingen hier probeerden te overleven. Dit bleek vrij lastig te zijn in het park, aangezien er vaak overstromingen waren waardoor hun gewassen wegspoelden. Na deze presentatie zijn we teruggegaan naar ons huisje. Het was weer vrij helder in de lucht en we konden de melkweg weer prachtig zien liggen. Dat blijft elke keer weer een traktatie. Morgen willen we nog een klein stukje van het park zien en daarna wacht ons een lange rit richting Death Valley.

Trusten!

Groetjes Edo-Jan en Leonie

Donderdag 29 augustus 2013

Goedemorgen allemaal! Vanmorgen waren we alweer redelijk op tijd op, het zou een lange dag gaan worden. Als eerste hebben weer op onze kleine veranda ontbeten. We zitten aan het wandelpad richting de lodge, dus we hadden aardig wat bekijks en dingen om naar te kijken. Na het ontbijt alles weer ingepakt en in de auto geladen. Behalve onze dagrugtas en de fototas, want we wilden het park nog wat verder bekijken. In de zomer mag je niet met je auto het park in, het is namelijk een van de drukst bezochte parken in Amerika en dat zou te veel druk op het ecosysteem brengen. In plaats daarvan hebben ze een fantastisch shuttle systeem met bussen. De hele dag, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat rijden bussen heen en weer door het park en meestal zitten ze goed vol. Wij wilden ‘up canyon’ en na een korte wachttijd bij de bushalte was de shuttlebus er al. We zijn helemaal naar het einde van het park gereden en onderweg zaten nog wat herten aan de kant van de weg. Bij de laatste halte in het park, rijdt de bus weer terug naar de ingang. Wij zijn er hier uitgegaan en hebben een stukje gewandeld langs de rivier. Ondanks dat het nog vroeg was, was het al behoorlijk warm en ik was blij dat ik m’n hoed op kon doen. Het bleek een vrij populair wandelpad te zijn. En omdat je alleen heen en terug kon lopen over het pad, moest je goed opletten dat je niet tegen iemand op botste. Gelukkig werd het later op het pad iets rustiger. Toen Edo ergens ging zitten werd hij van dichtbij door een eekhoorn bestudeerd om te kijken of hij ook ergens wat eten voor hem had. Edo had de ritsen van zijn tas goed dicht, dus daar ging niets gebeuren. Dit had het beestje snel door, waarna hij er weer vandoor ging.

Na een uurtje wandelen waren we weer bij de bushalte. Hier hebben we onze flessen weer gevuld met water. Het dringt langzaam ook door in Amerika dat er wel heel veel plastic flessen gebruikt worden. Daar komt nog bij dat ze hier aanraden om 4 liter water per dag te drinken. Om er voor te zorgen dat je niet met enorme hoeveelheden water hoeft rond te zeulen en flesjes hergebruikt, heb je in Zion (en een aantal andere parken) nu plaatsen waar je je waterfles weer bij kunt vullen, superhandig. We zijn met de bus weer teurggegaan naar de lodge. Daar hebben we een heerlijk ijsje genomen om een beetje af te koelen. Daarna werd het echt tijd om Zion gedag te zeggen. We zijn in onze warme auto gaan zitten en hebben direct de airco aangezet. Ik kan je vertellen dat het niet echt aan te raden is om op de zwart lederen bekleding te gaan zitten terwijl deze vol in de zon heeft gestaan bij temperaturen boven de dertig graden Celcius. Ik heb het eerste deel gereden, in eerste instantie in de richting van Las Vegas. Vlak voordat we de snelweg op gingen, hebben we bij de Subway een broodje gegeten. Het was vandaag te warm om buiten te picknicken, hoe graag we dit ook wilden.

Edo heeft het tweede deel gereden. Op de GPS stond dat we over 140 mijl af moesten slaan, dat betekende dus dat we een aardig stukje snelweg voor onze kiezen hadden. Desondanks hebben we ons niet verveeld. Je mocht redelijk hard rjden op de snelweg en we werden getrakteerd om prachtige wolken, regenbuien in de verte, regenbogen en een prachtig (enigszins desolaat) landschap. Vorige keer hebben we in Las Vegas overnacht, omdat onze terugvlucht vanaf daar vertrok. Dat bezoek was meer dan genoeg, dus deze keer zijn we er als een gek doorheen gereden. De snelweg liep evenwijdig aan ’the strip’ dus we hebben de casino’s nog wel kunnen bekijken en op de foto kunnen zetten. Kort na het centrum van Las Vegas sloegen we rechtsaf richting het westen. We waren inmiddels vanaf de staat Utah, door Arizona, in Nevada aangekomen. Dat waren drie staten op 1 dag. Het begon al wat donker te worden en we hadden een lange dag achter de rug, de hoogste tijd dus om een slaapplek te vinden. We zijn uiteindelijk in Pahrump beland. Hier waren nog een aantal casino’s te vinden, maar gelukkig ook een aantal motels en hotels. Het is de Best Western geworden en dat bleek een prima keuze te zijn. Bij het hotel zat een restaurant, waar we pizza hebben gegeten. Het was buiten nog erg warm en we besloten te gaan slapen, zodat we morgen op tijd richting Death Valley konden gaan. Het zal daar ongetwijfeld nog warmer worden.

Groetjes Edo-Jan en Leonie

n

Gefeliciteerd, je hebt het einde van de pagina bereikt!

Heb je vragen of opmerkingen of wil je wat overleggen?

Help-Desk