Woensdag 30 juni 2010

n

Vanmorgen was het alweer tijd ons huisje met uitzicht op de gletsjer te verlaten. Nadat we alle spullen hadden ingepakt, hebben we eerst ontbeten bij het restaurantje iets verder op de weg. Daarna stond ons een lange weg te wachten naar Kennicott in het midden van de Wrangell-St Elias National Park Wilderness Area. De naam beloofde al veel goeds. Aan het begin van de autorit reden we oostwaarts over een gewone snelweg en dat ging allemaal prima. In het dorpje Glennallen hebben we de laatste boodschappen gedaan voor de komende vier dagen. In het gebied waar we nu zitten is namelijk geen supermarkt of iets wat er op lijkt. Bij het bezoekerscentrum van het nationale park hebben we naar een prachtige film gekeken over het park. Zo kwamen we al goed in de stemming. Op de parkeerplaats hebben we een broodje gegeten en toen was het tijd om aan het laatste stuk van de rit te beginnen.

n

In Chitna zagen we een man aan de kant van de weg staan met verrekijkers. Nieuwsgierig als we waren wilden we wel zien waar deze man naar keek. En daar, in het meertje stond een eland met twee jongen! We hebben direct de auto geparkeerd om te kijken. Wat een mooi gezicht was dat! Een grote donkergrijze moeder met twee kleine caramelkleurige jongen. Heel erg tof om te zien. Na een tijdje liepen ze met z’n drietjes de bosjes in en konden wij ook weer verder. In Chitna begon ook de onverharde weg naar Kennicott en dit was ook de laatste plaats waar we benzine konden krijgen, dus daar hebben we maar even gebruik van gemaakt. De dame van het benzinestation is hier in december gekomen voor een vakantie, en nooit meer terug naar huis gegaan.

n

Ondanks dat we nog maar 60 mijl (zo’n 100 km) moesten rijden gaf onze navigatie aan dat we er zo’n 3 uur over zouden doen. Nou, dan weet je het wel… Het was een lange bochtige gravelweg. In principe zag het er goed uit, maar het verraderlijke was dat deze weg over de oude treinrails naar Kennicott is aangelegd, zonder dat ze de moeite hebben genomen om de rails weg te halen. En dus ook niet de bielsen en de pinnen waarmee de rails vast zat aan de bielsen.

n

n

— Begin van de McCarthy road —

n

Aan het begin van de weg ging alles prima. We zagen dat mensen in de rivier aan het vissen waren met zogeheten viswielen of aan het dipnetten waren. Dat is met een netje de zalmen uit de rivier vangen. Dat is nog niet zo gemakkelijk aangezien de rivier helemaal bruin is van al het gruis wat in het smeltwater van de gletsjers zit.

n

Maar halverwege de McCarthy road (zoals deze onverharde weg heet), zagen we het bericht ‘RR tire low’ in de display verschijnen. Wat zoveel betekent als: je rechterachterband loopt leeg…… Een paar honderd meter verder hoorden we in een bocht een ‘pof’ en dat was dan het einde van onze band. Dus daar stonden we dan halverwege de weg met een lekke band. Terwijl Edo bezig was om de reserveband onder de auto vandaan te krijgen, stopte er een auto om te kijken of we alles onder controle hadden. Ze hebben ons geholpen om de reserveband uit het ophangsysteem te krijgen en zijn gebleven tot de nieuwe band er onder zat. Ondertussen waren er nog een paar auto’s gestopt om te vragen of alles in orde was. Het reservewiel was alleen niet een volwaardig wiel, maar een zogeheten thuiskomertje. Gelukkig niet zo een als de meesten van ons in de auto hebben, maar toch aanzienlijk kleiner dan de originele band. Dus aan het eind stond onze auto wel een beetje scheef.

n

n

— Onze auto mét reservewiel er onder gezet! —

n

Op dit moment hadden we nog dik 30 mijl te gaan en dat hebben we maar heeeeeel rustig aan gedaan. We hadden namelijk maar één reserveband, we moesten nog een heel stuk en de weg werd alleen maar slechter met kuilen, hobbels en bochten. Gelukkig was het prachtig weer (20 graden met een klein beetje wind) en behalve dat we erg aan het opletten waren waar alle kuilen in de weg zaten, konden we ook genieten van de prachtige bergtoppen en vergezichten die te zien waren. Met een slakkegangetje van 20 á 25 mile per uur reden we het laatste stuk. Bijna aan het einde van de weg, welke we gelukkig gehaald hebben met alle banden nog heel, was de eerst stop de ‘tire repair’. Tevens B&B en vliegveld. De eigenaar was gelukkig thuis en heeft ons direct kunnen helpen. En nu is onze auto gelukkig weer in balans.

n

We zouden overnachten in de Kennicott Glacier Lodge en deze is niet bereikbaar met de auto. Aan het einde van de weg was een parkeerplaats (betaald) waar een man de wacht hield. Hij was erg behulpzaam en heeft voor ons de lodge gebeld. We moesten eigenlijk om 7 uur er zijn, want dat is het moment dat ze avondeten serveren, maar door alle perikelen met de auto was het inmiddels al ruim na achten. Gelukkig was er nog wat over en zouden ze iets voor ons klaarmaken. Zoals gezegd konden we dus niet met de auto naar de lodge. Nadat we onze auto hadden geparkeerd en de spullen op een karretje hadden gelegd, moesten we met het karretje over een lange smalle voetgangersbrug lopen. Deze brug liep over een snel stromende rivier. Tot 1997 was er geen voetbrug, maar moest je jezelf met een soort treklift over de rivier trekken.

n

Aan de andere kant van de brug hebben we even gewacht voordat het busje van de lodge ons kwam halen. Het was een erg vriendelijke dame die ons direct allemaal informatie heeft gegeven. Tijdens de rit hadden we continue uitzicht op de Root Glacier die erg mooi in het zonlicht aan het baden was. De dame van het busje was er ook erg van aan het genieten. Het was de eerste namiddag met zon hier. De logde waarin we zitten ligt aan de voet van deze gletsjer en ja, dus ook hier kijken we uit op een gletsjer. En de rand van gletsjer ligt aan het hotel. We hebben hier een kamer met een veranda waarvandaan je op de gletsjer en de bergen met eeuwige sneeuw uitkijkt. Fantastisch!

n

n

— Uitzicht vanuit ons raam over de gletsjer —

n

We mochten bij aankomst direct aan tafel gaan. Gelukkig waren we niet de enige gasten die laat aan waren gekomen. Er was ook een gezin uit Australië. Zij waren die dag vanuit San Francisco komen vliegen. En vandaag zullen ze verder vliegen de wildernis in en met een gids daar de boel gaan verkennen.

n

Deze plek is nog niet ontdekt door het massatoerisme. Het hotel waar we in verblijven heeft 35 kamers. Meer is er niet hier en je moet een boel moeite doen om hier te komen. De lange onverharde weg die wij hadden genomen of met een klein vliegtuigje. En dat is vaak teveel gedoe voor de meeste mensen. Een unieke plek om te koesteren in een waanzinnig nationaal park. Ohja, voor jullie beeldvorming: Dit nationale park is groter dan Zwitserland en heeft ook hogere bergen dan de alpen. Heel Yellowstone past hier 6 keer in. Dus denk niet aan ‘de hoge Veluwe’ als we het over een nationaal park hebben 😀

n

Vanmorgen hebben we een heerlijk ontbijt gehad en nu zijn we helemaal klaar om de gletsjer eens van dichterbij te gaan bekijken.

n

Groetjes Edo-Jan en Leonie

n

Gefeliciteerd, je hebt het einde van de pagina bereikt!

Heb je vragen of opmerkingen of wil je wat overleggen?

Help-Desk