Afscheid nemen doet pijn
zondag 4 november
Goedemorgen op onze laatste dag in de Annapurna!
We hebben best een goede nacht gehad. Het was heel rustig met slechts een paar gasten in dit hotel. De reden dat het hier zo rustig is, is eigenlijk een beetje triest. Het hotel (en vele andere hotels, tea-houses en restaurants) ligt op de route naar de Annapurna. De oude route, originele en traditionele route welteverstaan. De regering van Nepal heeft een tijd geleden naast deze weg een grote weg aangelegd zodat Jeeps en vrachtwagens een stuk verder kunnen rijden. Voordeel is dat de mensen in het hooggebergte sneller bevoorraad kunnen worden. De muilezels hoeven dan een dag minder te lopen. Het nadeel is dat het ervoor heeft gezorgd dat ook de toeristen deze weg nemen. Oftewel er blijft amper klandizie over voor al deze mensen die hun hebben en houden naast de traditionele route hebben liggen. En dat is vreselijk om te zien. Ze proberen van alles maar de toeristen komen niet meer. Behalve een aantal toeristen die het niet erg vinden om ergens wat langer over te doen.
We waren net wakker en stonden lekker snel op. Toen ik buiten kwam waren onze Australische vrienden ook al op. We konden dus gewoon door met ouwehoeren waar we de avond ervoor waren gebleven. Iets later kwam Bijaya al langs om te vragen of we thee wilden. Nou daar hadden we wel zin in. Altijd heerlijk om wakker te worden met een milk-tea, massala-tea of mint-tea. En iets later werd ook ons ontbij al geserveerd. Bijaya kwam het zelf brengen. Pannenkoek met banaan voor Leonie en een aardappelomelet voor mij. Dat ging er wel in!
Vandaag zou een rustig dagje worden. We zouden maar twee uur op het paard zitten en dan waren we al op de eindbestemming. En dat is de plek waar deze tocht ook was begonnen. Toen we alles hadden ingepakt trokken we voor het laatst onze rijbroeken aan, deden de chaps om en zetten de caps op onze hoofden. Dat voelde wel erg vreemd hoor. We hebben toch dagen achtereen op een paard gezeten. En toen vertrokken we dan echt. De rit was wel mooi. De bergen hadden we achter ons gelaten en we reden nu naast de rivier tussen de rijstvelden over een smal pad van ongelijke stenen. Af en toe een klein beetje op en neer maar dat mocht geen naam hebben. Heel rustig stapten we door en eigenlijk zonder dat we het echt door hadden liepen we naar het einde van de Annapurna Conservation Area. Daar moest Bijaya onze vergunningen (permits) nog afstempelen en toen was het nog ongeveer 20 minuten naar de snelweg. Dat stuk hebben we met ons vijven eigenlijk in een soort van rare onwerkelijke stilte afgelegd. We wisten dat het einde van ons samenzijn aan het naderen was.
Bij de snelweg stond een auto met chauffeur al op ons te wachten. Hij zou Bijaya, Leonie en mijzelf weer terug brengen naar Pockhara. Rajendra zou alleen een paar minuutjes meerijden, tot aan zijn woonplaats. De jongen van de paarden zou direct weer terug gaan lopen. Terug de bergen in naar een plek ergens halverwege de route. Hij moest kortgezegd nog een paar dagen lopen om weer thuis te zijn. Maar voordat we afscheid namen hebben we eerste nog veel foto’s gemaakt. Foto’s van elkaar, foto’s van de paarden. Om zeker te zijn dat we niks van dit moment gingen vergeten.
Maar toen kwam toch dat vervelende afscheid. Eerst de paarden en de horse man. Raar om de paarden die ons zo goed hebben geholpen te laten staan. Daarna namen we afscheid van Rajendra. Dat vond ik vreselijk. Ik had toch een onwijs leuke band met hem gekregen. Op de een of andere manier voelden we elkaar goed aan en pasten onze karakters helemaal. We zijn na een kort afscheid weer snel verder gereden. Anderhalf uur later kwamen we aan in Pokhara, In hetzelfde hotel als onze eerste nacht in Pokhara. Lijkt alweer weken geleden… Snel inchecken en op de kamer opfrissen. We zaten onder het Nepalese poeder en hadden onze rijkleding nog aan. Daarna weer snel terug naar de lobby want Bijaya was op ons aan het wachten. We zouden met hem nog even lunchen. Toen hij vroeg wat we wilden eten (Pokhara is een grote stad met veel, internationaal georienteerde restaurantjes) zeiden we eigenijk in koor ‘Dal Bhat’. Maar dan wel de originele. Dat vond Bijaya prima en zo liepen we naar een klein restaurantje, ergens achteraf waar ze heerlijke Dal Bhat konden maken. We hebben daar heerlijk gegeten en tijdens het eten was Bijaya eigenlijk geen gids meer maar een vriend. Ineens kwamen er veel persoonlijke verhalen naar boven. Best heftig allemaal maar erg bijzonder dat hij ineens zo open over van alles kon en wilde vertellen.
Na de lunch zijn we weer naar het hotel gegaan. Leonie en ik, we waren kapot van deze afgelopen dagen en konden helemaal niks meer anders dan op bed te gaan liggen. En dat hebben we ook een flinke tijd vol gehouden. Leonie waste nog wat kleding en voor de rest hebben we niks kunnen doen. ’s Avonds gingen we uit eten. Het restaurant naast ons hotel. De eerste dag was het heerlijk. Dit keer bestelde ik weer mijn geliefde Dal Bhat maar helaas… Helemaal geoptimaliseerd voor de toeristen. Flauw, standaard en niks wat mij deed denken aan al die dagen in Langtang en de Annapurna. Na het eten zijn we maar weer snel terug gelopen naar ons hotel. De volgende morgen zou de laatste dag met Bijaya zijn. De bedoeling was dat we die morgen om 5 uur beneden in de lobby zouden zijn om een mooie zonsopkomst over de Annapurna range te kunnen zien. Dat betekende wel dat de wekker weer om 4:20 af zou gaan. Maar alles voor het goede doel natuurlijk. Maar daarover vertelt Leonie later meer.
Liefs Leonie en Edo-Jan